Rapport - Financiële Beloning M/V in de Wetenschap


Rapport - Financiële Beloning M/V in de Wetenschap

Vrouwelijke hoogleraren lopen jaarlijks 2,7 miljoen euro mis. 


Verhouding het scheefst onder hoogleraren    
De loonkloof in de wetenschap bestaat nog altijd en is het grootst tussen mannelijke en vrouwelijke hoogleraren. Vrouwelijke hoogleraren lopen op jaarbasis in totaal 2,7 miljoen euro aan salaris mis. Ook bij het toekennen van toelages trekken deze vrouwelijke wetenschappers aan het kortste eind. Dit leidt tot opvallend scheve verhoudingen in de financiële beloning tussen mannen en vrouwen van dezelfde leeftijd in dezelfde functie. Dat concludeert professor Belle Derks (UU) met haar team in het rapport 'Financiële Beloning van Mannen en Vrouwen in de Wetenschap' dat zij opstelde in opdracht van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren.

Leeftijd en deeltijd       
Derks ploos de salarissen en uitgedeelde toelages uit van universitair docenten, universitair hoofddocenten en hoogleraren werkzaam aan de 14 bij de VSNU aangesloten universiteiten. Bij een voltijd maandsalaris verdienen vrouwelijke wetenschappers gemiddeld bruto €799 euro per maand minder dan mannelijke wetenschappers. Dat komt neer op 13,7%. Van haar vrouwelijke collega's krijgt 9% een toelage tegenover 15,1% van haar mannelijke collega's. Leeftijd is een verklaring voor een deel van dit verschil - vrouwelijke wetenschappers zijn gemiddeld 4,5 jaar jonger dan hun mannelijke collega's, maar verschil in werkuren niet: vrouwen werken gemiddeld slechts één uur minder in de week dan mannen. 

Functieniveau
Vrouwen worden stelselmatig in de lagere functieniveaus (UD2, UHD2, HGL2) ingeschaald. Ook binnen de functieniveaus verdienen vrouwen minder dan mannen, met als uitzondering het functieniveau UHD1. Deze laatsten zijn mogelijk de succesvolle vrouwen die niet tot hoogleraar benoemd worden en in plaats van bevordering een salarisverhoging krijgen.

Loonkloof dichten          
Cruciaal voor het dichten van de kloof is het vaststellen van de grootte ervan. Universiteiten blijken echter geen zicht te hebben op de loonkloof binnen hun organisatie. Het LNVH roept op de universiteiten op om deze informatie inzichtelijk te maken en in te zetten op het op korte termijn dichten van de kloof. Een eenmalige loonsverhoging van het gehele vrouwelijke WP is een eerste stap, maar geen permanente oplossing. Het bevorderen van  vrouwelijke wetenschappers naar functieniveau 1 en hen stimuleren om in de wetenschap te blijven werken zal op lange termijn een gunstiger effect hebben.   

Verder onderzoek          
Het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogeleraren gaat komende jaar in het tweede gedeelte van het onderzoek naar beloningsverschillen dieper in op mogelijke verklaringen om meer zicht te krijgen op de onderliggende oorzaken van de loonkloof. Daarin zullen ook niet-financiële vormen van beloning binnen de universiteit en beloning voor nevenactiviteiten buiten de universiteit worden meegenomen.

 

 

Benieuwd naar de ontvangst van het rapport in media en aan universiteiten? Een overzicht van reacties en toezeggingen vindt u hier.