Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2016


Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2016

Het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren presenteert de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2016:
[English summary]

De Monitor 2016 geeft inzicht in de actuele man-vrouw verdeling in de wetenschap en de percentages vrouwelijke wetenschappers en bestuurders aan de Nederlandse universiteiten, universitair medische centra en in andere wetenschappelijke organisaties. Daarmee vormt de Monitor de fundering onder maatregelen en beleid op het gebied van genderdiversiteit, zet het aan tot actie en geeft het inzicht in waar de obstakels zich bevinden in de nog altijd gebrekkige doorstroom van vrouwen naar de top.

U kunt de Monitor hier inzien of downloaden. Wilt u een exemplaar van de Monitor 2016 in druk ontvangen? Stuur dan een mail naar info@lnvh.nl.

De belangrijkste bevindingen op een rij: 

Geringe groei percentage vrouwelijke hoogleraren
In Nederland is slechts 18% van de hoogleraren vrouw, zo blijkt uit de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2016. Dat is een toename van een kleine 0,9% ten opzichte van de Monitor 2015. Het percentage vrouwelijke afstudeerders ligt nog altijd boven de 50%. Bij elke volgende stap op de wetenschappelijke carrièreladder neemt het aandeel vrouwen drastisch af. Van 43% naar 39% naar 26% bij respectievelijk promovendi, universitair docenten (UD) en universitair hoofddocenten (UHD). Bij de stap van universitair hoofddocent naar hoogleraar gaat er nog eens 8% aan vrouwelijk potentieel verloren. Het zal dus nog tot 2054 duren voordat er een evenredige M/V-verdeling onder hoogleraren is ontstaan.

Het glazen plafond blijft onveranderd dik
Het maken van stappen naar de volgende functiecategorie in de wetenschap is niet vanzelfsprekend. Zeker niet voor vrouwen. Middels de Glazen Plafond Index (GPI) geeft de Monitor 2016 de belemmeringen weer tussen deze verschillende functiecategorieën. Hoe hoger de GPI, des te moeilijker de stap naar het volgende functieniveau. De stap van universitair hoofddocent naar hoogleraar blijft traditioneel de lastigste met een GPI van 1,5. Bij de promovendi nadert de GPI de neutrale 1.

Achterstelling in beloning en benoeming
Dat vrouwelijke wetenschappers minder verdienen dan hun mannelijke collega's toonden de Monitor 2012 en 2015 al aan en in het in 2016 verschenen LNVH-rapport 'Financiële Beloning van Mannen en Vrouwen in de Wetenschap' werd de loonkloof in detail onderzocht. Conclusie: vrouwelijke wetenschappers lopen op jaarbasis miljoenen mis. Daarnaast worden vrouwelijke wetenschappers stelselmatig in de lagere functieniveaus ingedeeld. De Monitor 2016 maakt deze verborgen belemmering inzichtelijk: Er zit een ongenadig dik glazen plafond tussen de functieniveaus. Zo is de Glazen Plafond Index tussen de functieniveaus hoogleraar 2 en hoogleraar 1 met 2,4 torenhoog.

Blijven streven of behalen?
In 2015 overlegden de 14 bij de VSNU aangesloten universiteiten streefcijfers aan minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met als doel de doorstroom van vrouwen naar de wetenschappelijke top te versnellen. Het betreft streefgetallen met betrekking tot het percentage vrouwelijke hoogleraren dat zij in 2020 zouden moeten hebben behaald. De Monitor 2016 laat in een prognose op basis van de gemiddelde groei van de afgelopen tien jaar zien dat 6 van de 14 universiteiten de streefcijfers ook daadwerkelijk behalen.

Positieve ontwikkelingen in bestuur en toezicht
Zowel in de Colleges van Bestuur als in de Raden van Toezicht van de universiteiten ligt het aandeel vrouwen rond of boven de 30%. Het percentage vrouwelijke leden in de Raden van Bestuur van universitair medische centra nam toe van 14% naar 23%. In de Raden van Toezicht van de universitair medische centra is het aandeel vrouwen licht gedaald maar nog altijd ruim boven de 30% (37%). Het academisch management is met 23% goed op weg om de critical mass van 30% te behalen.

Inzetten op versnelling
Aan aandacht voor het onderwerp genderdiversiteit ontbrak het afgelopen jaar niet in de wereld van de Nederlandse wetenschap. Toch blijft de versnelling in de groei van het percentage vrouwelijke hoogleraren die men op basis van alle aandacht en genomen maatregelen zou verwachten, vooralsnog uit. Het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren zal dan ook aandacht blijven vragen voor een evenredige M/V-verdeling binnen de academie en bestuurders en beleidsmakers met klem aanzetten tot het nemen van 'bold decisions', waarmee direct gestuurd wordt op het omhoog brengen van de percentages - de belangen van de Nederlandse universiteiten die wat onderwijs en onderzoek betreft aan steeds hogere eisen moeten voldoen, zijn te hoog om hier geen gehoor aan te geven. In reactie op de Monitor 2016 onderstreept minister Bussemaker (OCW) deze roep om urgentie en concrete actie.