Sekse (on)gelijkheid in het Europese onderwijs


Sekse (on)gelijkheid in het Europese onderwijs


De Europese Commissie (EC) heeft een rapport vrijgegeven, dat een overzicht biedt van de belangrijkste bevindingen uit internationaal onderzoek over de relatie tussen sekse en onderwijs. Het rapport is specifiek opgesteld voor beleidsmakers en geeft concrete aanbevelingen die gebruikt kunnen worden voor het beleid en de besluitvorming.
Ondanks vooruitgang in de afgelopen jaren zijn de sekseverschillen en ongelijkheid
met name op het gebied van onderwerpkeuze, prestaties en culturele aspecten nog steeds nadrukkelijk aanwezig in het onderwijs.

De auteurs wijzen er verder op dat de verschillen in het onderwijs in relatie met sekse nauw verweven zijn met andere factoren zoals sociale klasse en etniciteit.
Dit rapport 'Gender and Education (and Employment), Gendered imperatives and their implications for women and men: lessons from research for policy makers' is opgesteld in opdracht van het Directoraat-generaal Onderwijs en Cultuur (EAC) door The Network of
Experts in Social Sciences of Education and training (NESSE)
.

De resultaten over de relatie tussen sekse en onderwijs voor Nederland zijn uiteenlopend. Zo blijkt bijvoorbeeld de kennis en leesvaardigheden van 15-jarige Nederlandse scholieren (PISA 2006) in Europa de minste sekse-ongelijkheid te hebben, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk. Op het gebied van hoger onderwijs is de ongelijkheid binnen Nederland het grootst van heel Europa.

Het rapport geeft aan dat de participatie van vrouwen in het hoger onderwijs in Europa groter is dan die van mannen, behalve in Tsjechië, Duitsland, Luxemburg, Nederland, Roemenië, Slowakije en Oostenrijk.

Download