Oratie E. van Sliedregt


Oratie E. van Sliedregt

Tien tegen één

In haar oratie voor de VU stelt Elies van Sliedregt één van de meest fundamentele beginselen van het strafrecht centraal: de onschuldpresumptie. Dit beginsel, dat bepaalt dat een ieder voor onschuldig dient te worden gehouden tot het tegendeel is bewezen, staat onder druk vanwege recente antiterrorisme maatregelen. In Nederland, maar ook daarbuiten, roepen overheidvertegenwoordigers op tot een herbezinning op dit beginsel.

De onschuldpresumptie drukt een terughoudendheid uit in het aanwenden van strafprocessuele bevoegdheden waar anders tegenaan gekeken zou moeten worden in het licht van de dreiging van terroristische aanslagen. Deze oproep heeft onder strafrechtwetenschappers en –beoefenaars in binnen- en buitenland tot beroering en kritiek geleid. De onschuldpresumptie zou als klassiek uitgangspunt van het strafrecht ook in een tijd van terreurdreiging onverkort gelden. In haar rede onderzoekt Van Sliedregt recente antiterrorisme wetgeving om te bezien wat deze maatregelen kenmerkt en anders maakt dan regulier of ‘alledaags’ strafrecht. Ze kijkt naar de antiterreur maatregelen in Nederland en - in vogelvlucht - ook naar antiterrorisme wetgeving in Duitsland, Italië, Engeland en de Verenigde Staten. De vraag waarom nu juist de onschuldpresumptie steen des aanstoots is in de discussie over veiligheid versus rechtsbescherming verlangt een oriëntatie op de betekenis van de onschuldpresumptie. Verschillende visies en aannames over het beginsel passeren de revue. Nader onderzoek leert dat het beginsel geen eenduidige betekenis heeft en dat de aanname dat het conflicteert met antiterreur wetgeving te beperkt en daarmee onhoudbaar is. Tenslotte bepaalt Van Sliedregt de kernwaarde van de onschuldresumptie nader en bekijkt aan de hand daarvan wat de betekenis van de onschuldpresumptie is in de huidige tijd.

Locatie: Aula Vrije Universiteit
Tijd: 15.45

Download